Liesbeth Labeur
Vrijelijk geshopt
in het Zeeuwse volkslied
Geen woorden maar plaatjes. Dat is voor Liesbeth Labeur de alledaagse vertaling van ‘piëtistisch vormgebruik’ en ‘Babylonische beeldverwarring’, twee typeringen die overal naar voren komen als er over haar werk wordt geschreven. Ze nuanceert haar uitspraak meteen: ,,Zeker, een beeld zegt meer dan duizend woorden. Aan de andere kant heb ik ook heel veel respect voor woorden. Een woord heeft veel kracht.” Van die dubbele liefde geeft de kunstenares al jaren blijk. Ze maakt ‘beeldende’ tentoonstellingen en publiceerde onder andere de graphic novel ‘Op weg en reis’.
Ook voor Façade 2022 kiest ze een combinatie van woord en beeld. Op de wand in de fietstunnel onder het spoor van de Kanaalweg naar de Segeerssingel heeft ze een zin getegeld. In kobaltblauw. Woorden die tegelijk beeld zijn: ‘Geen oord ter wereld meer beschermd door dijk en duin’. ,,Vrijelijk geshopt in het volkslied van Zeeland”, zegt ze. En dat klopt. De eerste vier regels van dat in 1919 voor het eerst gezongen lied zijn: ‘Geen dierber’ plek voor ons op aard, / Geen oord ter wereld meer ons waard, / Dan, waar beschermd door dijk en duin, / Ons toelacht veld en bosch en tuin’.
Liesbeth Labeur: ,,Je kunt de zin ‘Geen oord ter wereld meer beschermd door dijk en duin’ op twee manieren lezen: optimistisch of pessimistisch. Er zit een duidelijke verwijzing in naar het klimaat en alles wat daar omheen speelt. Aan de ene kant hebben we te maken met droogte, aan de andere kant is er de rijzende zeespiegel. Ik vind het ontzettend mooi om juist daaraan een kunstwerk te besteden.”
De tekst komt te staan op de wand die in de ruime bocht van de tunnel ligt. Een meter hoog, in totaal ongeveer achttien vierkante meter. ,,Het is een dienstbaar kunstwerk”, zegt ze, ,,dienstbaar aan het klimaat en leuk voor de mensen die het Zeeuwse volkslied mooi vinden.” En – is nu al duidelijk – de tegels kunnen na afloop van Façade blijven zitten, Middelburg heeft er een kunstwerk bij.
De kunstenares heeft een bevindelijk gereformeerde achtergrond. Ze werd geboren in Middelburg. Na haar eerste jaar verhuisde het hele gezin naar Curaçao. Daar groeide ze op tot haar tiende: ,,Mijn vader werkte er als expat. Ik heb hele goede herinneringen aan die tijd, het was een bijzonder kleurrijk eiland met elke dag strand, prachtige vogels, de mooiste vissen. Op onze school waren we de enigen van de kerk. Je vond dat niet vreemd omdat je ermee opgroeide. Voor mij was de terugkeer naar Nederland wel een ding. Ik heb nog altijd het gevoel dat toen alle kleur uit mijn werk is verdwenen.” De zwaar gereformeerde achtergrond heeft ze behouden. Het geloof niet. Ze zegt: ,,Het geloof ben ik kwijtgeraakt. Natuurlijk zit dat door de opvoeding wel in je genen. Vandaar mijn respect voor woorden, maar niet voor het Woord.”
Ze noemt zichzelf grafisch kunstenaar: ,,Ik houd veel van tekenen, dat is de basis. Van daaruit maak ik mijn installaties en andere objecten. Het liefst werk ik met hele gewone materialen. In het Catharijneconvent in Utrecht gebruikte ik een ballenbak in de installatie ‘De brede en de smalle weg’. In de Vleeshal in Middelburg werkte ik met een verlaagd systeemplafond. Onder dat plafond was het licht, daarboven was het donker. Als je via een ladder naar boven klom, kon je boven het plafond een hele wirwar van draadjes zien met tegelijk de prachtige bogen van de hal. Het was een hele mooie ‘nonplace’ geworden.”
De tegels waarmee ze haar tekst in de tunnel schrijft, zijn vierkant, twintig bij twintig centimeter. Om daarmee letters te vormen, vergde enig puzzelen. Het zijn hoofdletters, opgebouwd uit vierkante blokjes. Om een N en een D te maken is een verschil van één blokje meer voor de D voldoende. De G daarentegen heeft voldoende aan één blokje minder dan de D. Liesbeth: ,,De letters liggen op die manier verrassend dicht bij elkaar. Maar iedereen kan ze lezen, ik heb het getest